Een uitleg van Tauwhied ar-Roeboebieyyah.

door Shaych 'Abdoellaah bin Hoemayd

Alle Lof is met Degene die (Zijn) dienaren schiep met als reden om Hem te aanbidden, en hen opdroeg om Hem in aanbidding en gehoorzaamheid alleen te stellen. En ik getuig dat er niets is wat het recht heeft aanbeden te worden behalve Allaah alleen, en zonder deelgenoot, of dat nu Zijn Heerschappij betreft (Roeboebieyyah), of hun Dienaarschap jegens Hem (Oeloehieyyah). En ik getuig dat Mohammed Zijn slaaf en Boodschapper is, moge Allaah Zijn vrede en zegeningen op hem zenden, zijn familie, zijn metgezellen en diegenen die zijn pad volgen en zich vasthouden aan zijn Oproep, tot aan de Dag van Vergoeding.

Om verder te gaan:

Voorr u ligt een klein pamflet, hetgeen de pure Selefie Geloofsovertuigenis uitlegt, vrij van al hetgene wat er valselijk in vermengd is aan valse concepten en innovaties. Het is de Geloofsovertuigenis van Ahloel-Soennaah wal-Djama’aah volgens de Selef (voorgangers) van deze Oemmah, welke bestaan uit de Sahaaba (Metgezellen), de Tabie’ien (hun volgelingen en leerlingen) en degenen die na hen kwamen van de ware geleerden over wie de Moslims unaniem in overeenstemming zijn met betrekking tot hun leiding en begrip.

Weet dat de Tauwhied (Eénheid van Allaah) die wordt aangegeven in de Qor’aan en de Soennah, en waar de Selef van deze Oemmah unaniem overeenstemming over hebben, onderverdeeld kan worden in drie categorieën:

1. Tauwhied ar-Roeboebieyyah (Allaah’s Eénheid in Heerschappij).

2. Tauwhied al-Oeloehieyyah (Allaah’s Eénheid in Aanbidding).

3. Tauwhied al-Asmaa was-Sifaat (Allaah’s Eénheid in Zijn Namen en Eigenschappen).

Een uitleg van Tauwhied ar-Roeboebieyyah (Allaah Zijn Eénheid in
Heerschappij):

Wat Allaah’s Eenheid in Heerschappij betreft, dan (weten wij daarover of zeggen wij daarover) dat de (Arabische) polytheïsten naar wie de Profeet (vrede en zegeningen zijn met hem) gestuurd was, dit (ar Roeboebieyyah) bevestigden en accepteerden, maar het was niet genoeg om hen de Islaam te laten betreden. Zij bevestigden dat Allaah de ware Schepper, Voorziener, Gever van Leven en Dood was, en Bestuurder van alle zaken in deze Wereld, welke Zijn Wijsheid en Wens vereisen. Hoe dan ook, deze vorm van bevestiging is niet genoeg om een persoon een moslim te doen worden. Allaah zegt:

“Zeg: “Wie voorziet u van (voorzieningen) uit de hemel en de aarde? Of “Wie bezit het gehoor en het gezichtsvermogen?” En “Wie brengt het levende uit het dode voort en het dode uit het levende?” En “Wie bestuurt alle aangelegenheden?” Zij zullen zeggen: “Allaah.” Zeg dan: “Zullen jullie dan niet plichtmatig jegens Hem zijn?” [Soeraah Yoenoes 10: Vers 31]

Dit betekent: “Zullen jullie Hem dan niet uitzonderen in aanbidding, en de aanbidding van anderen naast Hem verwerpen?”

Dus Allaah’s Uitspraak: “Zeg: “Wie voorziet u van (voorzieningen) uit de hemel en de aarde?”, betekent: “Wie is Degene die water uit de hemel stuurt, wat ervoor zorgt dat de aarde zich opent door Zijn Vermogen en Wil, en brengt daarbij granen, druiven, klaver plantjes, olijven, dadel palmen, tuinen vol met vele bomen en fruit en kruiden voort? Is het een god naast Allaah?” Ze zullen zeggen: “Het is Allaah.”

Allaah’s Uitspraak: Of “Wie bezit het gehoor en het gezichtsvermogen?”, betekent: “Degene die jou deze kracht gegeven heeft om te horen en de mogelijkheid te zien?” En als Hij gewild hadt, dan zou Hij dat wegnemen en hen ervan beroven, zoals het vermeld staat in Allaah’s Uitspraak:

“Zeg: “Hij is het, Degene die jullie geschapen heeft, en jullie begiftigd heeft met gehoor, gezichtsvermogen en harten? Weinig dank betuigt gij er voor.” [Soeraah Al-Moelk 67: Vers 23]

En Allaah zegt:

“Zeg (tegen de ongelovigen): “Vertel mij, als Allaah uw gehoor en gezichtsvermogen weg zou nemen en uw hart zou verzegelen, wie is er – een god ander dan Allaah - die hen voor u kan herstellen?” [Soeraah Al-An’aam 6: Vers 46]

En “Wie brengt het levende uit het dode voort en het dode uit het levende?”, door Zijn enorm Vermogen en alomvattende Goedheid.

En “Wie bestuurt alle aangelegenheden?”, betekent: “Wie is Degene in Wiens Hand de soevereiniteit over alles ligt. En Hij beschermt alles, terwijl er tegen Hem geen beschermer is?” En Hij is de Bestuurder over alle aangelegenheden, de Heerser van wie er geen einde aan Zijn Heerschappij is. Hij dient niet ondervraagd te worden over wat Hij doet, terwijl zij (de schepping) wel ondervraagd zullen worden.

“Iedereen in de hemelen en op de aarde vragen (d.w.z. maken smeekbeden naar) Hem. Iedere dag is Hij bezig met een (andere) aangelegenheid.” [Soeraah Ar-Rahmaan 55: Vers 29]

Dus de gehele heerschappij, of het nu in de Hemelen of op de aarde is of wat er tussen hen ligt, aan engelen, mensheid en djinn, zij allen hebben Hem nodig, zijn onderdaning aan Hem, en maken zichzelf nederig voor Hem. “Zij zullen zeggen:“Allaah.” ” Dit betekent dat ze weten en erkennen dat het Allaah is. “Zeg dan: “Zullen jullie dan niet plichtmatig jegens Hem zijn?”, betekent: “Zullen jullie niet bang zijn voor Hem, dat jullie anderen naast Hem aanbidden gebasseerd op jullie meningen en ontwetendheid?”

Meestal wanneer Allaah een argument presenteert tegen de polytheïsten, gebruikt Hij tegen hen het feit dat zij Zijn Eénheid in Heerschappij (Roeboebieyyah) erkennen en bevestigen, tegenover het feit dat zij (ondanks dit) Zijn Eénheid in Aanbidding (Oeloehieyyah) verwerpen.

Er zijn vele ayaat die dezelfde betekenis bevatten:

Allaah zegt:

“Zeg: “Tot wie behoort de aarde en eenieder die zich daarin bevindt, als gij het waarlijk weet?” Zij zullen zeggen: “Het behoort Allaah.” Zeg: “Wilt gij dan niet gedenken?” Zeg: “Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de Geweldige Troon?” Zij zullen zeggen: “Allaah.” Zeg: “Zult gij Allaah dan niet vrezen?” Zeg: “Wie is het in Wiens Hand de soevereiniteit over alle dingen ligt. En Hij beschermt alles, terwijl er tegen Hem geen beschermer is, als gij het waarlijk weet?” Zij zullen antwoorden: “Dat alles behoort aan Allaah.” Zeg: “Hoe kan het dan dat gij misleid wordt en u zich afkeert van de waarheid?” [Soeraah Al-Mo’minoen 23: Vers 84-89]

De harten van mensen zijn zodanig ontworpen en gevormd dat zij een aangeboren acceptatie hebben van Tauwhied ar-Roeboebieyyah. Dus niemand verwerpt het (totaal) behalve enkele zeldzame individuen van de mensheid. Kijk naar Farao en hoe hij zei:

“Ik ben uw heer, de allerhoogste .”[Soeraah An-Naazi’aat 79: Vers 24]

En:

“Ik weet niet dat jullie (zijn hoofdmannen) een god hebben anders dan mij.” [Soeraah Al-Qasas 28: Vers 38]

Terwijl hij op hetzelfde moment (in werkelijkheid), het bestaan van de Schepper en Ontwerper van de schepping erkent, zoals Allaah Verhaalt over hem in Zijn Uitspraak:

“En zij (Farao en zijn volgelingen) verwierpen hen (tekenen die aan Moesa gegeven waren) onrechtvaardig en arrogant, zelfs terwijl hun eigen zielen er van overtuigd waren.” [Soeraah An-Naml 37: Vers 14]

En Allaah Verhaalt dat Zijn Profeet Moesa (‘alayhie sellem) tegen Farao zei:

“U weet voorzeker dat deze tekenen door niemand anders dan de Heer van de hemelen en de aarde naar beneden zijn gezonden.” [Soeraah Al-Israa 17: Vers 102]


Bron: At-Tawhied (blz. 15-20)

bron site: www.sincerehearts.nl/

0 reacties:

Een reactie posten

Live duroos